Wil je leren beleggen? Volg dan een goede cursus, zodat je de kneepjes snel leert.

Beleggen in energie

De energiesector bevindt zich in het oog van de storm. Vele ontwikkelingen zijn van invloed op de nabije toekomst en het is op dit moment een grote uitdaging winnaars in deze sector aan te wijzen. Wat vooral duidelijk is, is dat de sector er over pakweg tien jaar al totaal anders uit zal zien.

Straatbeeld wijziging?

Wat zijn de meest opvallende wijzigingen in het straatbeeld van een woonwijk van de afgelopen vijf jaar? Ongetwijfeld de grote hoeveelheden zonnepanelen op daken en laadpalen voor elektrisch aangedreven auto's. En op het plateland? De windmolens. En dan loopt Nederland nog bepaald niet voorop. In 2015 werd naar schatting zo'n 5 procent van onze energie op duurzame wijze opgewekt. In Duitsland zit men al op 25 procent. De kernramp in Fukushima in 2011 had tot gevolg dat verschillende landen, waaronder Duitsland, kernenergie in de ban deden en de overgang naar duurzame energie in een hogere versnelling zetten. Nederland heeft geen extreme ambities op dit vlak: in het regeerakkoord is afgesproken te koersen op 16 procent duurzame energie in 2020. Sommige critici beweren dat windmolens en zonnepanelen vooral op subsidies draaien, maar een rapport van het IMF uit mei 2015 beweert het tegendeel: juist de fossiele brandstoffen als olie, steenkool en aardgas worden op indirecte wijze flink gesubsidieerd. Het elimineren van deze situatie door belasting te heffen op de meest vervuilende energievormen zou de wereldeconomie volgens het IMF een boost van 2,2 procent geven. Het is te verwachten dat de visie op energieconsumptie en de gevolgen daarvan op leefomgeving en volksgezondheid zoals het IMF deze naar voren brengt, de komende jaren steeds meer wordt overgenomen door wet- en regelgevers, zeker in de ontwikkelde landen. Nederland en China lopen hierin hopeloos achter, Duitsland is zeer vooruitstrevend: daar zal in 2025 het aandeel duurzame energie gegroeid zijn naar 50 procent. In de VS verschilt het energiebeleid sterk per staat. De grootste Amerikaanse staat Californië is bijvoorbeeld net zo vooruitstrevend als Duitsland: hier moet in 2020 een derde van alle energie duurzaam worden opgewekt. In 2030 moet het de helft zijn. De Amerikaanse president Obama lanceerde in 2015 een ambitieus nieuw klimaatplan, dat ten doel heeft de CO2-uitstoot met een derde terug te dringen in 2030. Hierin zitten doelstellingen voor alle Amerikaanse staten. Wat vooral opvallend was aan dat plan was dat niet, zoals voorheen, werd aangedrongen op de overstap van kolen naar het milieuvriendelijker gas, maar dat er nu meer wordt ingezet op zon en wind.


Shell, BP en Exxon Een steeds groter deel van de elektriciteit die wordt opgewekt met zonnepanelen en windmolens gaat naar transport. Elektrisch aangedreven auto's verdringen de modellen met een verbrandingsmotor in hoog tempo. Dit heeft op termijn grote gevolgen voor de ooit zo machtige oliemaatschappijen als Shell, BP en Exxon. Kernenergie is niet de enige energievorm die risico's met zich meebrengt. De olieramp in de Golf van Mexico in 2010 was een van de grootste milieurampen ooit. BP was de hoofdschuldige. Het aandeel halveerde omdat een met olie besmeurde pelikaan natuurlijk desastreus is voor een reputatie. Nu is BP er weer aardig bovenop, maar het aandeel is op 15 keer de winst voor 2016 nog altijd vrij duur te noemen. BP heeft een stevige jaarlijkse operationele kasstroom en een zeer solide balans, waardoor een groot deel van de winst als dividend kan worden uitgekeerd. Het is echter de vraag of het dividend de komende jaren op het huidige hoge niveau kan blijven. Hetzelfde geldt voor Exxon en Royal Dutch Shell. De koersen van deze aandelen zijn de laatste jaren sterk achtergebleven bij de herstellende beurzen en vooral Shell heeft hierdoor een koers-winstverhouding die onder het beursgemiddelde ligt. Bovendien bieden zij beleggers een zeer aantrekkelijk dividend, dat de komende jaren nog wel gehandhaafd zal kunnen worden, maar of dat op de lange duur kan is de vraag. Dat hangt helemaal af van de olieprijs, die de afgelopen jaren sterk is gedaald en volgens sommigen nog veel lager kan.