Iran en beleggen in energie

Het akkoord dat in 2015 werd bereikt over het atoomprogramma van Iran en het afbouwen van sancties tegen het land heeft gevolgen voor de olieproductie. De Iraanse olie-export kan hierdoor de komende jaren weer terug naar oude niveaus. Iran heeft de op drie na grootste oliereserve van de wereld en kan 3,6 miljoen vaten per dag produceren. Het productie-quotum van de hele OPEC bedraagt nu zo'n 30 miljoen vaten ruwe olie per dag. In de jaren 70 produceerde Iran ruim 6 miljoen vaten per dag. Verschillende westerse oliebedrijven staan te popelen om terug te keren naar Iran. Dat geldt voor de Amerikaanse dienstverleners aan de gas- en oliesector Halliburton en Schlumberger, maar ook voor Shell, BP en Exxon. De Iraanse olie kan een herstel van de olieprijs in de weg staan in 2016. Maar als wij bij de huidige koersen de aandelen van de sterk vergelijkbare bedrijven Shell, BP en Exxon tegen elkaar afzetten, is de Nederlandse oliemaatschappij verreweg het voordeligst geprijsd. Het dividendrendement is bijna 7 procent en het aandeel kost 10 keer de voor 2016 verwachte winst. Shell moet wel alle zeilen bijzetten om het dividend op peil te houden. Daartoe kondigde het bedrijf in 2015 een aantal stevige bezuinigingsmaatregelen aan. De kosten moeten 10 procent omlaag, in totaal met zo'n 4 miljard dollar. Daarvoor worden 6500 banen geschrapt, van de 90.000. Daarnaast wordt een stevige rem gezet op de investeringen. Veel projecten worden uitgesteld omdat deze bij de huidige lage olieprijs nauwelijks rendabel zijn. Shell verlaagde de kapitaalinvesteringen  in 2015 met een vijfde. Shell heeft een uiterst solide balans en deze maatregelen lijken ruimschoots afdoende om het dividend voor de komende jaren veilig te stellen. Shell en de andere klassieke oliemaatschappijen zullen echter niet de meest opwindende aandelen zijn in 2016 en de jaren daarna. De kans dat de olieprijs voorlopig laag blijft waardoor oliemaatschappijen hun winst onder druk zien staan is nadrukkelijk aanwezig. Het is daarom belangrijk om naast (één van) deze 'fossielen' ook ruimte in de portefeuille in te ruimen voor bedrijven die zich bezig houden met duurzame vormen van energie. Ook hier zijn al stevige dividenden te verkrijgen.

Alternatieve energie

Volgens het Internationale Energie Agentschap (IEA) groeit de vraag naar elektriciteit de komende twintig jaar aanzienlijk sterker dan de totale energiebehoefte, en daarbinnen neemt het aandeel dat in 2035 met duurzame bronnen is opgewekt toe tot bijna de helft. Eigenlijk is elke vorm van energie terug te voeren op de zon. Alles wat ooit groeide en bloeide en nu in de vorm van turf, steenkool, aardolie of gas in de bodem zit, het water dat stroomt dankzij verdamping of temperatuurverschillen en de wind die waait als gevolg van door de zon veroorzaakte luchtdrukverschillen. Vrijwel elke energiebron is indirecte zonne-energie. Wat is er dan logischer dan die energie zo direct mogelijk om te zetten in elektriciteit? Indirect is uiteindelijk minder efficiënt. De zon levert 10.000 keer zoveel energie als er wereldwijd nodig is. Een gebied ter grootte van Nederland vol met zonnepanelen volstaat al voor de volledige elektriciteitsbehoefte van de wereld. En Nederland past ruim 200 keer in de Sahara. Uiteraard is dit makkelijker gezegd dan gedaan. De omschakeling naar volledig duurzame energiewinning is nog maar net begonnen en zal nog tientallen jaren duren. En voor zonnepanelen, die nu nog maar een zeer beperkt aandeel hebben in de wereldwijde energieopwekking, geldt dat nog altijd niet duidelijk is welke techniek(en) uiteindelijk als winnaar uit de bus gaat komen. Er zijn heel wat manieren om zonlicht om te zetten in bruikbare energie. Zo zijn er de bekende kristallijne panelen die worden gemaakt van siliciumzand. Daarnaast zijn er 'dunne-film technieken' op de markt zoals die met de met de CIGS-techniek (Copper, Indium, Gallium, Selenide). Bij de productie van CIGS-panelen is slechts 3 procent van het materiaal nodig dat gebruikt wordt voor kristallijne panelen. Dit maakt ze aanzienlijk goedkoper, vooral op termijn als de productie grootschaliger kan. De CIGS-technologie is bij uitstek geschikt voor gevelbeldeding.